www.vanterve.nl


Begraafplaatsen in de gemeente Kampen

De gemeente Kampen heeft zeven begraafplaatsen in haar beheer:
Algemene begraafplaats "De Zandberg"
voorheen: Algemene begraafplaats Kampen
Rondeweg 7
8271 DG IJsselmuiden
Algemene begraafplaats IJsselmuiden
Rondeweg 5
8271 DG IJsselmuiden
Algemene begraafplaats Grafhorst
Grafhorsterweg 73 & 81
8277 AB Grafhorst
Algemene begraafplaats Zalk
Zalkerdijk 39a
8276 AB Zalk
Algemene begraafplaats Wilsum
Westenbergstraat 44
8274 AS Wilsum
Algemene begraafplaats Kamperveen
Zuideinde West 12b
8278 AP Kamperveen
Algemene begraafplaats "Bovenbroek"
voorheen: Nieuwe algemene begraafplaats Kampen
Bovenbroeksweg 4
8265 VZ Kampen
Adreswijzigingen of overschrijvingen van grafrechten moeten schriftelijk worden doorgegeven aan de gemeente Kampen, afdeling "Groen en Gebouwen", Postbus 5009, 8260 GA Kampen.
Informatie: 038-3392824 of bezoek het gemeentehuis aan het Burgemeester Berghuisplein 1 in Kampen.

In de gemeente Kampen zijn ook nog enkele Bijzondere Begraafplaatsen. Dat zijn begraafplaatsen waarbij het eigendom en het beheer niet bij de gemeente berust.
RK begraafplaats Kampen Plasweg 82
8271 CK IJsselmuiden
Informatie en doorgeven van adreswijzigingen of overschrijven van grafrechten via de R.K.-parochie Kampen.
Zie: www.rkkerkkampen.nl
RK begraafplaats IJsselmuiden Burgemeester van Engelenweg 137
8271 AN IJsselmuiden
Informatie en doorgeven van adreswijzigingen of overschrijven van grafrechten via de R.K.-parochie IJsselmuiden.
Zie: www.rkkerkijsselmuiden.nl (kerkhofadministratie)
Israëlische Begraafplaats Rondeweg, tegenover nr. 7 en naast nr. 2
8271 DG IJsselmuiden
Informatie en doorgeven van adreswijzigingen of overschrijven van grafrechten via ???
 
Er is een "Stichting tot Onderhoud van Graven te Kampen". Sinds de oprichting in 1982 nemen hierin drie plaatselijke kerken deel: de Hervormde Gemeente, de gereformeerde Kerk en de Nederlands Gereformeerde Kerk. Het doel van de stichting is het overnemen van rechten op graven op de Algemene begraafplaats en de nieuwe Algemene begraafplaats van de Gemeente Kampen, waarin leden (of hun naaste familieleden) van genoemde kerken begraven zijn of zullen worden. Nadere inlichtingen over de stichting zijn te verkrijgen bij R.H. Reumer van het kerkelijk bureau van de Hervormde Gemeente te Kampen. Zie voor adresgegevens deze site.
 
Tot 1828/1829 werd vooral begraven in en rondom de kerken in de stad. De joden hadden een eigen kerkhof aan de rand van de stad.
Op deze pagina is geen informatie opgenomen over grafplaatsen in oude kerken of particuliere begraafplaatsen. Ook oude begraaflokaties die inmiddels gesloten zijn of zelfs geruimd zijn komen niet aan bod op deze pagina.
 
In sommige plaatsen komen graven voor van oorlogsslachtoffers die ter plekke zijn begraven. Op dit moment zou ik daar in de gemeente Kampen geen enkele plek van kunnen aangeven.
 



Algemene Begraafplaats van Kampen in IJsselmuiden, "De Zandberg"

Vanaf 1828/1829 heeft Kampen op grond van de Nieuwe Begraafwet op de Zandberg in IJsselmuiden nieuwe begraafplaatsen in gebruik genomen: een algemene begraafplaats en een Joodse begraafplaats.
De rooms-katholieke begraafplaats wordt pas in 1889 toegevoegd en in gebruik genomen.
De Algemene Begraafplaats van Kampen ligt dus "op de Zandberg" in IJsselmuiden.
Op hetzelfde terrein ligt ook de Algemene Begraafplaats van IJsselmuiden en de Begraafplaats van de R.K.-parochie van Kampen. Ook de Israëlitische Begraafplaats heeft hier een plek gekregen.
Het terrein ligt tussen de wegen Rondeweg, Korte steeg (fietspad), Plasweg en Burgemeester Visserweg. De Israëlitische Begraafplaats ligt aan de overkant van de Rondeweg.
De hoofdingang ligt aan de Rondeweg. (De hoofdingang voor het R.K.-gedeelte aan de Plasweg wordt niet meer gebruikt.) Aan de achterzijde van het R.K.-gedeelte is aan de Rondeweg ook nog een toegang voor voetgangers. Aan de Plasweg ligt een dienstingang. De Israëlitische Begraafplaats heeft een eigen ingang.

Elk van de vier begraafplaatsen heeft zijn eigen begraafplaatsreglement.



Plattegrond van de Algemene Begraafplaats van Kampen in IJsselmuiden

Aula Algemene Begraafplaats Kampen; 1e Klasse; A Algemene Begraafplaats Kampen; 1e Klasse; A Algemene Begraafplaats Kampen; 1e Klasse; 1e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 1e Klasse; 2e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 1e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 2e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 3e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 4e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 5e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 6e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 7e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 8e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 9e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 10e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 11e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 12e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 13e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 14e Perk Algemene Begraafplaats Kampen; 2e Klasse; 15e Perk Algemene Begraafplaats Kampen Algemene Begraafplaats IJsselmuiden; Vak A Algemene Begraafplaats IJsselmuiden; Vak B Algemene Begraafplaats IJsselmuiden; Vak C Algemene Begraafplaats IJsselmuiden; Vak D Algemene Begraafplaats IJsselmuiden; Vak E Algemene Begraafplaats IJsselmuiden; Vak F Algemene Begraafplaats IJsselmuiden; Vak G Algemene Begraafplaats IJsselmuiden; Vak H Algemene Begraafplaats IJsselmuiden; Vak I Algemene Begraafplaats IJsselmuiden Begraafplaats R.K.-parochie Kampen, Kapel Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Urnentuin Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 1 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 3 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 4 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 5 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 6 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 7 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 8 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 9 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 10 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 11 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 12 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 13 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 14 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 15 Begraafplaats R.K.-parochie Kampen; Perk 16 Begraafplaats R.K.-Parochie Kampen Aula op Israëlitische Begraafplaats Israëlitische Begraafplaats Kantoor met toilet Kantoor met toilet Werkplaats Dienstingang Plattegrond

Door met de muis over de plattegrond te bewegen verschijnt in de statusbalk van de browser de aanduiding van de lokatie. Als met de muis op een punt op de plattegrond wordt geklikt verschijnt diezelfde informatie in een alert-box.
Deze informatie in deze pagina aanbrengen is zeer tijdrovend. Invulling zal dan ook in fases gebeuren. Hierdoor is het mogelijk dat nog niet alle detail-informatie beschikbaar is.

Op deze plattegrond staat geen windroos. Het noorden ligt vrijwel recht naar boven.


Geschiedenis van het ontstaan van deze Algemene begraafplaats

Vóór de Napoleontische tijd werd er binnen de stadsmuren begraven in en rondom kerken en kloosters. De Joodse begraafplaats lag net tegen de muur in de buurt van de Venepoort. Een snelle rondgang levert minstens acht begraaflocaties op binnen de oude stadsmuren. De Oude Joodse Begraafplaats aan het huidige begin van de Eerste Ebbingestraat; de begraafplaats van het voormalige Bregittenklooster aan de Vloeddijk, ter hoogte van het huidige Bregittenplein; binnen en buiten de Bovenkerk; de begraafplaats van het voormalige Cellebroedersklooster op de hoek van Cellebroedersweg en Tweede Ebbingestraat; de begraafplaats van het voormalige Agnietenklooster tussen Vloeddijk en Groenestraat; de Broederkerk en de bijbehorende begraafplaats op de tegenwoordige Botermarkt; de begraafplaats van het Heilige Geest Gasthuis schijnt zich uitgestrekt te hebben van Gasthuisstraat tot en met Torenstraat; binnen en buiten de Buitenkerk. In de St. Anna kerk, waarschijnlijk beter bekend als (voormalige) Doopsgezinde kerk aan de Broederweg, werd ook nog begraven tot enkele tientallen jaren na de reformatie. Het zou mij niet verbazen als er nog meer locaties zijn aan te wijzen waar ooit een begraafplaats is geweest.
 
De stadsarts Johann Wolfgang Heppe zag een duidelijk verband tussen het begraven in de stad en de gezondheid van de bewoners. Hij deed reeds op 23 december 1802 een verzoek om op het Cellebroedersbolwerk begraven te mogen worden 'in afzondering van de verkeering en nabijheid van menschen' (Oud Archief Kampen, 210). Bij zijn overlijden op 9 maart 1803 is dat verzoek ook gehonoreerd. Hij werd begraven buiten de stadsmuur. Zijn graf werd gemarkeerd met een steentje. De exacte locatie is niet bekend omdat in de loop van de 19e-eeuw de stadsmuren zijn afgebroken en het Plantsoen is aangelegd. Het steentje, dat twintig bij twintig centimeter meet, is daarbij verplaatst en is nu te vinden op de wal langs de Tweede Ebbingestraat. Een tiental meters vanaf de Cellebroederspoort, ter hoogte van de kerk van de Gereformeerde Gemeente ligt het enigszins verscholen onder de struiken.
 
In 1809 werd de Buitenkerk teruggegeven aan de katholieken door koning Lodewijk Napoleon. Daarbij werd de eis gesteld dat er niet meer in die kerk begraven mocht worden. Door de storm van protest vanuit de burgers tegen die eis, is het begraven in de kerk toch gewoon doorgegaan. Er zijn wel de nodige problemen geweest om de protestantse rechthebbenden en nabestaanden en de katholieke gebruikers van het gebouw in vrede met elkaar te kunnen laten leven. De betreffende eis is later door Koning Willem I weer ingetrokken (Souverein decreet van 24-12-1813).
 
In 1827 heerste een besmettelijke ziekte in Groningen waardoor veel inwoners stierven. De toenmalige koning Willem I kon er toen niet meer onderuit om alsnog een verbod uit te vaardigen op het begraven binnen de stadsmuren. Bij Koninklijk Besluit van 22 augustus 1827, wordt het begraven in kerken per 1 januari 1829 verboden. Er schijnt wel een regel te zijn om toch binnen de stadskern te mogen blijven begraven als het aantal zielen dat gebruik maakt van de begraafplaatsen kleiner is dan 1000, maar voor Kampen met ruim 7800 inwoners was dit niet van toepassing. (De Gemeente IJsselmuiden had in 1840 ongeveer 1240 inwoners en vermoedelijk zal het inwonertal van de plaats IJsselmuiden rond 1827 ruim onder de betreffende grens hebben gezeten. Zie: Algemene Begraafplaats van IJsselmuiden.)
Zo moest ook in Kampen een begraafplaats buiten de stad worden gezocht. Dit was nog niet zo eenvoudig omdat alle landerijen buiten de stad erg laag liggen. Na veel discussie is uiteindelijk een stuk hoger gelegen land, de Zandberg, gekocht in IJsselmuiden en dat werd klaargemaakt als algemene begraafplaats.
 
Op 31 december 1828 wordt een publicatie van het stadsbestuur gedaan "bij trommelslag en op de gewone plaats geaffigeerd" (Gemeentearchief Kampen, inventarisnummer 832, pagina 400 en 401). Direct ingaande mag niet meer begraven worden binnen de stadsmuren en wordt de nieuwe begraafplaats gebruikt. Er worden enkele voorschriften bekendgemaakt zoals: begraven zal geschieden in de vroege morgen, lijken moeten worden aangevoerd met een lijkwagen en mogen niet worden gedragen, maximaal 6 dragers, een platte doodskist, het hout mag niet zwaarder zijn dan vier Nederlandse duimen dik. Er zijn drie klassen waar vrij uit gekozen kan worden als de voorwaarden uit het reglement maar worden gevolgd. Dit "Reglement der begrafenissen" is in voorbereiding voor drukken en ligt ter inzage in het stadhuis.

De overgang van begraven in en om kerken naar begraven op een open, gemeenschappelijk terrein zal op de nodige (raads)vergaderingen moeten zijn besproken. Dat zal ik later nog gaan onderzoeken. Er schijnt in ieder geval een vorm van verdeling te zijn gebruikt.
 
Vermoedelijk zijn wel eerst de graven uitgedeeld aan mensen die al een claim op een grafplaats hadden. Bij trommelslag en aankondiging op de normale plaats wordt op 8 november 1828 een publicatie gedaan van het stadsbestuur (Gemeentearchief Kampen, inventarisnummer 832, pagina 396). Hierin wordt iedereen opgeroepen die eigenaar is van graven in de kerken of kerkhoven in de stad, die kosteloos een gelijke grafruimte op de nieuwe begraafplaats verlangen. Het register zal geopend zijn voor aangiften tot de 1e december aanstaand.
Dit werd vastgelegd in het register "Aangaven van eigendom van graven in de kerken 1828" (gemeentearchief Kampen, inventarisnummer 1299). Hierin zijn van 10 november 1828 tot 28 januari 1829 namen ingeschreven met daarbij de grafplaatsen in de kerken waarop zij recht claimen. In een laatste kolom dienen zij aan te geven hoeveel grafplaatsen zij reserveren op de begraafplaats.
De meeste opgaves zijn van graven in de Bovenkerk, een kleine twintig in het Bovenkerkhof, een achttal in de Broederkerk en 113 in de Buitenkerk. Volgens de latere aantekeningen in dit register zijn enkele plaatsen op de nieuwe begraafplaats geclaimed in de tweede klasse, de rest zal waarschijnlijk eerste klasse hebben gewenst.
De graven in de perken zijn op 6 maart 1829 door een vorm van verloting verdeeld onder de diverse gegadigden. Dat wordt aangegeven door de perkenregisters waarin bij de eerste eigenaren van de graven gewoonlijk geen overledene wordt genoemd. In de kolom "Eigendom verkregen" staat dan "verloting". Hierbij zijn vrijwel alle graven verloot in de Eerste Klasse, Eerste Perk, en de grafnummers 498 t/m 600 in de Tweede Klasse, Eerste Perk. In de andere perken is geen sprake van "verloting" als verkrijging van eigendom.
 
Op 23 december 1828 sterft de stadsscecretaris Izaak Augier. Zijn nabestaanden vragen toestemming om hem alvast te mogen begraven op de nieuwe begraafplaats. Na overleg met de stadsarchitect N. Plomp geeft burgemeester F. Lemker daar toestemming voor. De begraafplaats is immers zo goed als klaar. Bij het verloten van de graven blijkt echter dat deze man is begraven op het kruispunt van vier grafplekken. De plaatsen 29, 30, 59 en 60 worden allemaal, noodgedwongen, toegewezen aan de nabestaanden van I. Augier.
 
Om de gemiste inkomsten van de kerken iets te compenseren wordt de helft van de "zuivere" opbrengst van de begraafplaats gestort in de stadskas, en de andere helft wordt verdeeld naar rato van geloofsbelijdenis van de overledenen die zijn begraven. Die zuivere opbrengst is de opbrengst na aftrek van het percentage voor de "Direkteur van de begraafplaats". In het eerste reglement is dat bepaald op 10%.
Alle bedragen werden door de "Direkteur van de begraafplaats" bijgehouden in een eigen boekhouding. Vervolgens werden door dezelfde man de berekeningen gemaakt voor zijn eigen aandeel, het aandeel voor de gemeente en de aandelen voor de kerken. Deze bedragen werden waarschijnlijk zonder al te veel controle overgenomen in de administratie van de stad. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de jaren 1857 t/m 1863 de Direkteur zichzelf tekort heeft gedaan. In de boekhouding van de stad staat dat hij vanaf 1857 recht had op 12% vergoeding. Het daarachter opgenomen bedrag bleef al die jaren echter slechts 10%. Pas in 1864 is werkelijk 12% van de bruto-opbrengst van de begraafplaats uitgekeerd aan de Direkteur van de begraafplaats.
Vanaf 1871 krijgt deze ambtenaar gewoon een jaarsalaris, net zoals al eerder was gaan gelden voor de doodgravers, de toezichthouders en de barendrager.

Eind 1869 wordt, naar aanleiding van de wet tot "vaststelling van bepalingen betrekkelijk het begraven van lijken, de begraafplaatsen en de begrafenisregten" van 10 april 1869, een nieuwe Verordening voor de begraafplaats gemaakt. Omdat de begraafplaats in de gemeente IJsselmuiden ligt moet die ook haar goedkeuring geven. Dat wordt gedaan in de raadsvergadering van IJsselmuiden van 27 december 1869. Hierbij is de volledige tekst van de verordening opgenomen.
In de vergadering van gemeenteraad van IJsselmuiden van 4 juli 1870 wordt alweer een nieuwe versie goedgekeurd. Ook hier is de volledige tekst opgenomen in de notulen.
Deze versies staan aan de basis van de opgenomen reglementen van 1870 in de pagina met details.

In 1871 wordt een nieuwe kapel gebouwd op de begraafplaats. In de raadsvergadering van 25-4-1871 wordt het concept-bestek besproken. De behandelende commissie heeft een rapport uitgebracht en dat is ook opgenomen in de notulen. De commissie heeft nog enkele wijzigingen voorgesteld. De vensters moeten worden afgedicht met gaas maar de ruimte voor de schijndoden moet goed verwarmd kunnen worden. Ook moet er een put in de nabijheid worden gegraven waar een pomp op moet komen. In de huidige tijd zouden wij een dergelijk bouwsel geen kapel noemen.
De bouw is op 15-5-1871 aanbesteed.

In 1931 is op de Algemene begraafplaats in IJsselmuiden een nieuwe Aula gebouwd. Bron: Kamper Almanak 1932, p. 157
 
In 1949 zijn volgens het perkenregister graspaden aangelegd in de Tweede Klasse, Eerste Perk. Het is zeer goed mogelijk dat ook in andere perken in dat jaar graspaden zijn aangelegd.

Zie details over de Algemene Begraafplaats voor een overzicht van de begraafplaats-gerelateerde onderwerpen.
Tevens staan daar overzichtjes van de eerst bekende reglementen.

In 2009 is de naamgeving van de beide algemene begraafplaatsen gewijzigd omdat er vaak onduidelijkheid was bij mensen van buitenaf. Daarbij heeft deze begraafplaats de naam "De Zandberg" gekregen.


Nieuwe algemene begraafplaats van Kampen, "Bovenbroek"

Na vele uitbreidingen van de oorspronkelijke algemene begraafplaats van Kampen is een nieuw terrein geschikt gemaakt als nieuwe algemene begraafplaats. Deze begraafplaats ligt aan de Bovenbroeksweg en is in gebruik sinds 4 april 1966. Oorspronkelijk is ruimte gemaakt voor ongeveer 3500 graven. Er was al wel ruimte gereserveerd voor een toekomstige uitbreiding.
 
In 2004 is begonnen met uitbreiding van deze begraafplaats. Het terrein is opgehoogd, beplantingen aangebracht, nieuwe paden aangelegd en er is een onderkomen gemaakt voor het materieel. Langs het hoofdpad zijn bomen geplant. Op de scheiding van het oude en het nieuwe gedeelte is een kunstwerk geplaatst. Dat dient als een rustpunt op de begraafplaats en bestaat uit een grote rots omgeven door een waterpartij. De uitbreiding is afgerond in november 2008 en biedt ruimte aan ruim 2300 graven op ongeveer drie hectare.
 
In 2009 is de naamgeving van de beide algemene begraafplaatsen gewijzigd omdat er vaak onduidelijkheid was bij mensen van buitenaf. Daarbij heeft deze begraafplaats de naam "Bovenbroek" gekregen.


Begraafplaats van R.K.-parochie Kampen

Meer informatie over de begraafplaats van de R.K.-parochie is te vinden op de site van de parochie. Zie hiervoor: www.rkkerkkampen.nl en kies 'Parochie-informatie' of 'Kerkgebouw'. Op die pagina's staat een link naar de pagina over de parochiële begraafplaats.

Voor een nadere plaatsbepaling verwijs ik naar het stukje over de Algemene Begraafplaats van Kampen en de bijbehorende plattegrond.


Israëlitische Begraafplaats

Meer informatie over de Israëlitische begraafplaats is te vinden op de volgende pagina. Zie hiervoor: Joodse Begraafplaats.

Voor een nadere plaatsbepaling verwijs ik naar het stukje over de Algemene Begraafplaats van Kampen en de bijbehorende plattegrond.


Algemene Begraafplaats van IJsselmuiden

Ook IJsselmuiden kreeg in 1827 te horen dat zij bij koninklijk besluit een begraafplaats buiten de kern moesten inrichten. Dit besluit geldt voor elke gemeente die meer dan 1000 zielen heeft. De Gemeente IJsselmuiden had in 1840 ongeveer 1240 inwoners en vermoedelijk zal het inwonertal van de plaats IJsselmuiden rond 1827 ruim onder de betreffende grens hebben gezeten. Een telling van het aantal mensen dat over 1828 opcenten moest betalen voor een gemaal bedroeg 997 zielen. (Archief IJsselmuiden, inventarisnummer 4, 26-4-1828).
Het gemeentebestuur was echter van mening dat de grens van ruim duizend zielen voor IJsselmuiden nog wel kon gelden. Als extra argumenten werd in de raadsvergadering van 23 januari 1828 nog gemeld dat er slechts drie of vier keer per jaar in de kerk wordt begraven, dat het huidige kerkhof elke zeven jaren wordt geruimd, maar door de hoge ligging best kan worden verdiept zodat slechts eenmaal in de twaalf tot veertien jaar hoeft te worden geruimd. De gemeenteraad besluit dat geen nieuwe begraafplaats nodig is en men gewoon kan doorgaan met begraven op het bestaande kerkhof. Hiervan wordt melding gemaakt aan Gedeputeerde Staten.
De overledenen uit Grafhorst werden ook in IJsselmuiden begraven. De gemeente Grafhorst heeft al in de gemeenteraadsvergadering van 15 december 1827 besproken, als reaktie op het Koninklijk Besluit, dat zij geen geschikte plaats hebben voor een nieuwe begraafplaats, en dat de kosten daarvoor veel te groot zijn. In die vergadering wordt al aangenomen dat het huidige kerkhof in IJsselmuiden waarschijnlijk gewoon kan blijven bestaan en dat de overledenen uit Grafhorst daar ook kunnen worden begraven. Ook deze raadsbeslissing is doorgegeven aan Gedeputeerde Staten.
 
Die Staten zien dat toch anders. In de gemeenteraadsvergadering van IJsselmuiden van 7 juni 1828 komt de afwijzing van het verzoek om de bestaande begraafplaats te mogen gebruiken aan de orde. Volgens Gedeputeerde Staten moet in samenwerking met Grafhorst een nieuwe begraafplaats worden ingericht. Nu komt de raad van IJsselmuiden opnieuw met bedenkingen. Het aantal zielen is alleen maar te groot omdat de zielen van de gemeente Grafhorst worden meegeteld. Ook zijn er bewoners van de Oude- en Bisschopswetering in de Koekoek die gebruik maken van het kerkhof van Mastenbroek, en dus niet meegeteld moeten worden. Daarnaast is er een kostenvraagstuk. IJsselmuiden heeft geen geld om een stuk grond te kopen en de inwoners zijn te arm om een dergelijk bedrag op de inwoners te verhalen. Bovendien is Grafhorst bij een dergelijke constructie slechts aanspreekbaar voor een-vijfde deel van de aanlegkosten. Kortom, het is te duur en ook niet nodig. Volgens het gemeentebestuur kan gebruik worden gemaakt van een clausule in het Koninklijk Besluit waardoor alles bij het oude kan blijven. Opnieuw gaat dit verzoek naar Gedeputeerde Staten.
 
Op 26 juli 1828 wordt in de gemeenteraad van Grafhorst het besluit van de Provinciale Staten voorgelezen dat toch het thans aanwezige kerkhof gebruikt mag blijven worden. Er wordt wel gemeld dat er een geregeld toezicht moet zijn op het begraven van lijken.
Dit wordt nog eens uitgebreid behandeld in de gemeenteraadsvergadering van Grafhorst van 16 november 1828 waarbij wordt gereageerd op een missive van de gemeente IJsselmuiden. Er wordt nogmaals bevestigd hoe het toezicht en de rechten op het bestaande kerkhof moet worden geregeld.
 
In de gemeenteraadsvergadering van IJsselmuiden van 30 december 1828 is allang bekend dat het begraven in de bestaande kerkhof door kan gaan en er dus geen nieuwe begraafplaats hoeft te komen. De voorwaarden voor begraafplaatsen worden wel strikter. Zo is er opgave gedaan van mensen die een graf bezitten dat binnen de omtrek ligt dat bij het besluit is bepaald. Die krijgen gratis een andere graflokatie. Verder moet het kerkhof aan het toezicht van het Plaatselijk Bestuur worden onderworpen. Het beheer en dergelijke kunnen worden overgelaten aan de Hervormde Gemeente

Toch is ook IJsselmuiden uiteindelijk genoodzaakt om een begraafplaats aan te leggen buiten de kern. Door de wet van 10 april 1869 worden de regels voor begraafplaatsen strenger. Pas in de vergadering van 16 januari 1871 wordt de melding gedaan dat "eindelijk" land kon worden aangekocht voor een nieuw aan te leggen algemene begraafplaats. Er is voor ƒ 1000,- een stuk land op de Zandberg gekocht van Lubbert van de Kamp, Sectie B, nummer 967, 22 3/4 are.
In de raadsvergadering van de gemeente Kampen van 25-7-1871 (Nieuw Archief Kampen, inventarisnummer 39, folio 108) wordt een brief behandeld van de gemeente IJsselmuiden. Hierin wordt verzocht om gebruik te mogen maken van de weg naar de algemene begraafplaats van Kampen te IJsselmuiden, als toegang naar hun eigen begraafplaats. De raad van Kampen behandelt dit verzoek met spoed en geeft toestemming voor het gebruik van deze weg. Er zal aan de westzijde van de nieuwe algemene begraafplaats van IJsselmuiden een ingang worden gemaakt.
In de raadsvergadering van 11 september 1871 staan de kosten voor de begravingen, het reglement voor de algemene begraafplaats en tevens een overzicht van de gemaakte kosten voor de aanleg van die algemene begraafplaats. Dit is het begin van de algemene begraafplaats van IJsselmuiden op de huidige lokatie.
In de vergadering van 31 oktober 1871 wordt de begraafplaats bij de Hervormde kerk gesloten verklaard.

Met ingang van 2009 wordt een urnenmuur in gebruik genomen met een omvang van 100 nissen. In elke nis mogen twee urnen worden geplaatst waardoor een capaciteit is gerealiseerd voor 200 urnen.

Voor een nadere plaatsbepaling verwijs ik naar het stukje over de Algemene Begraafplaats van Kampen en de bijbehorende plattegrond.


Algemene Begraafplaats van Grafhorst

De overledenen uit Grafhorst werden in IJsselmuiden begraven. Ook deze gemeente kreeg te maken met het Koninklijk Besluit van 22 augustus 1827, ook al was het niet rechtstreeks op de gemeente van toepassing. De gemeente Grafhorst heeft al in de gemeenteraadsvergadering van 15 december 1827 besproken, als reaktie op het Koninklijk Besluit, dat zij geen geschikte plaats hebben voor een nieuwe begraafplaats, en dat de kosten daarvoor veel te groot zijn. In die vergadering wordt al aangenomen dat het huidige kerkhof in IJsselmuiden waarschijnlijk gewoon kan blijven bestaan en dat de overledenen uit Grafhorst daar ook kunnen worden begraven. Deze raadsbeslissing is doorgegeven aan Gedeputeerde Staten. Bij de beschrijving van de Algemene Begraafplaats van IJsselmuiden is te lezen dat er toen feitelijk niets veranderde voor het begraven van de overledenen uit Grafhorst.
 
Toch bleven de bewoners van Grafhorst behoefte houden aan een eigen kerk en begraafplaats. Dat laatste kon worden gerealiseerd toen in 1856 een "zelden wederkerenden gelegenheid tot aankoop van een geschikt, zelfs allesgunstig terrein, voor de aanleg van een begraafplaats" zich aandiende. Het zou kosteloos door de belanghebbenden in orde worden gebracht. De gemeente kocht het stuk grond van 9 roeden en 70 ellen groot, Sectie A, nummer 231, voor een bedrag van ƒ 260,81. In de raadsvergadering van 17 juli 1856 wordt dit besloten en de goedkeuring van Gedeputeerde Staten wordt in de raadsvergadering van 23 augustus 1856 gemeld.
In de vergadering van 27 mei 1857 worden de begraaftarieven vastgesteld, een verordening op de begrafenissen aangenomen en een overzicht gegeven van de kosten voor de aanleg van de burgerlijke begraafplaats. De Gedeputeerde Staten zijn direct accoord. Het duurt echter nog tot de raadsvergadering van 4 april 1863 tot ook Zijne Majesteit de Koning de goedkeuring geeft aan deze regelingen. Vanaf 1858 zijn er wel inkomsten uit de begraafplaats geregistreerd in de begrotingen en soms in de jaarrekeningen van de gemeente.
 
Blijkbaar is er rond 1869 toch weer enige beroering rond de regelgeving over begraven. In de raadsvergadering van 29 december 1869 wordt een nieuw, uitgebreidere verordening op begraven goedgekeurd, dat ter vervanging dient van de versie die slechts 9 dagen eerder was goedgekeurd in de raad. Op 10 mei 1872 wordt in een raadsvergadering opnieuw een lijst met tarieven voor begraven goedgekeurd met bijbehorende bijlagen. Waarschijnlijk wordt dan pas een gravenregister ingesteld. De eerste inschrijving in het gravenregister is van 24-12-1873, maar achterin het register staat een tabel met bijdragen voor onderhoud van graven. Hierin staan ook bijdragen voor grafnummers die niet in de lijst staan met uitgegeven graven. Waarschijnlijk zijn dat de graven die al sinds 1858 zijn uitgegeven.


Historische vereniging voor de IJsseldelta "Jan van Arkel"

Speciale uitgave
Eind mei 2007 is een speciale uitgave van het historisch tijdschrift van deze vereniging verschenen. Dit "Historisch tijdschrift voor de IJsseldelta", jaargang 32, nummer 1, heeft als thema "begraafplaatsen". In dit extra dikke nummer van 48 pagina's worden de begraafplaatsen in de huidige gemeente Kampen (oorspronkelijke gemeente Kampen en IJsselmuiden) besproken.
 
Het tijdschrift is de vrucht van grondig onderzoek door scribenten Eric van 't Erve, Harry Stalknecht, Henk Jan Fix, Jaap van Gelderen, Theo van Mierlo en Dicky Haze.
Theo van Mierlo gaat in op de begraafplaatsen rond kerken en kloosters, een overzichtskaart geeft de locaties weer.
Dicky Haze heeft een bijdrage geleverd over de oude Israëlitische en IJsselmuider begraafplaats. Zij beschrijft tevens de begraafplaatsen van Zalk en Veecaten.
Ook wordt de geschiedenis van de huidige Joodse begraafplaats aan de Rondeweg te IJsselmuiden verteld.
Eric van 't Erve verhaalt over de overheidsbemoeienissen, waardoor de begraafplaatsen buiten de stads- en dorpskernen gesitueerd werden. Harry Stalknecht haalt de geschiedenis van de algemene begraafplaats van Grafhorst naar voren terwijl Jaap van Gelderen vertelt over de begraafplaats van Kamperveen.
Henk Jan Fix beschrijft de geschiedenis van de Wilsumer begraafplaats.
 
Leden hebben deze uitgave vanzelfsprekend ontvangen. Voor niet-leden is deze uitgave te verkrijgen voor € 7,50 exclusief verzendkosten (of € 10,00 inclusief verzendkosten). Voor een bestelling kunt u contact opnemen via http://www.hvjanvanarkel.nl.